Geplaatst op maandag 22 juli 2002 @ 00:40 , 918 keer bekeken
Het Gravensteen is de oude burcht van de graven van Vlaanderen in de stad Gent. Het bevindt zich in het noordwesten van de oude stad langs de Lieve.
Een eerste versterking dateert uit de negende eeuw, toen graaf Boudewijn I (863/4-879) dichtbij de abdijen en de nederzetting die de kern van Gent uitmaakten, een zone afbakende en bevestigde tegen de noormannen. In het begin van de tiende eeuw bouwde graaf Arnulf I (918-965) in dit complex de eerste echte voorloper van het huidige kasteel. Van deze fasen zijn geen materiƫle sporen meer voorhanden.
Aan het einde van de elfde eeuw werd door graaf Robert de Fries (1071-1093) de bestaande versterking drastisch omgebouwd. De kern werd nu gevormd door een grote stenen donjon van 33 bij 18,8 meter, die drie verdiepingen telde. De oudste resten van het huidige Gravensteen, meer bepaald het muurwerk van de kelder van de donjon, dateren uit deze periode. Omstreeks 1180 liet graaf Filips van de Elzas (1168-1191) op het bestaande kasteel een geheel nieuwe burcht optrekken. De versterkingen van de kruisvaarders, die hij tijdens de kruistocht in het Heilig Land had gezien, dienden daarbij tot voorbeeld en inspiratie. Hij liet een nieuwe muur met 24 torentjes rond het complex bouwen en voorzag die muur van een indrukwekkende ingangspartij. Boven de kern van de oude donjon verrees een nieuwe machtige vestingbouw. Tegelijk werd aan de oostkant van de donjon een woning opgetrokken voor de kastelein (die normaal het gezag over de burcht in handen had). Ook verrees aan de westkant een gebouw dat als woning van de graaf moest dienen, wanneer deze op de burcht verblijf hield. Het kasteel diende ook als een niet mis te verstaan teken van de grafelijke macht in het woelige Gent en vormde een tegenwicht tegen de 'stenen' van de rijke patriciƫrs.

Het Gravensteen werd langzaam maar zeker ingesloten door de gewone stadsbebouwing en bood bovendien weinig comfort. Vandaar dat graaf Lodewijk van Male (1346-1384) iets verder noordwestwaarts een nieuwe residentie liet bouwen. Dit nieuwe complex zou de kern vormen van het Prinsenhof, waar op 24 febrari 1500 Karel V geboren werd. Het Gravensteen behield echter zijn betekenis voor de administratie en de rechtspraak in Vlaanderen. Vanaf 1353 werd de Munt van Gent naar het kasteel overgebracht. Vanaf deze tijd ook kwam de Raad van Vlaanderen in het kasteel samen. Dit was het hoogste rechtscollege in het graafschap. De burcht diende nu ook meer dan ooit als gevangenis.
De Raad bleef van het kasteel gebruik maken tot 1778, toen een begin werd gemaakt met de verkoop ervan aan particulieren. In 1807 vestigde men een katoenspinnerij in de donjon en er ontwikkelde zich een hele arbeiderswijk op het terrein. Het gebouw bleek echter ongeschikt voor een moderne onderneming en in 1885 werd het opnieuw verkocht met als doel de volledige afbraak. Intussen was er bij het stadsbestuur belangstelling ontstaan voor de historische waarde van het complex. In 1872 was de ingangspartij al bezit van de stad geworden en nu volgde de rest. Vanaf 1888 werden alle aanbouwsels verwijderd en begon men met de restauratie en gedeeltelijke reconstructie. Met name het huis van de graaf en de zuidkant van de donjon zijn het resultaat van een zo getrouw mogelijke herbouw. Vanaf 1907 is het kasteel voor bezoekers toegankelijk.
Ondanks alle restauraties blijft het Gravensteen een indrukwekkend voorbeeld van romaanse vestingbouw.