Kastelen in het Meetjesland (Oost-Vlaanderen)

Geplaatst op vrijdag 25 mei 2007 @ 21:31 , 1634 keer bekeken

kasteel Aveschoot in Lembeke

Kasteel Aveschoot
Een dreef verbindt het kasteel met de Aveschootstraat. De heerlijkheid Bardelaere, het domein van het huidige kasteel, is in de loop van de eeuwen opgegaan in de heerlijkheid Aveschoot. Op de kaart van Pourbus-Claeissens (1560) is hier reeds een kasteel te zien. Lucas Schamp, een Gents zakenman, herbouwde in 1785 het kasteel. Het is een rechthoekig gebouw uit gepleisterde baksteen, met een fronton met rococoversiering. In 1842 huwde Ernestine Schamp graaf Pierre Octave d'Alcantara. Tot op heden bewoont de familie d'Alcantara het kasteel. Het kasteel is omringd door een mooi park, van concept een Engelse landschapstuin met waterpartijen en waardevolle bomen, waaronder een moerascypres van 40m omtrek. De unieke duiventoren, een vierkantig bakstenen bouwwerk in laatgotische stijl herinnert aan de feodale burcht; hij draagt een steen met de wapenschilden Schamp-de Grand-Ry en de inscriptie 1510.

Kasteel Hof ter Kruisen
Het kasteel Ter Kruisen in de Vaarstraat in Kaprijke is door een omwalling omgeven. Het was een allodiaal goed dat rond 1550 gebouwd werd op verzoek van Andries de Bavière. In de loop van de volgende eeuwen ging het over in handen van de families Hauweel en Isebrant. In 1751 werd het verkocht aan de familie Maelcamp, die ook nu nog steeds eigenaar is. Het is opgetrokken in baksteen met spaarzaam gebruik van zandsteen. Een steen in de trapgevel draagt het jaartal 1628, periode waarin het gebouw voltooid werd. In 2006 werd de toegangspoort met hek gerestaureerd met de steun van 'Monumenten en Landschappen' en het 'Regionaal Landschap Meetjesland'.

Kasteel Kervyn de Meerendré
Dit neoclassicistische kasteel ligt in een mooi omwald park naar Engels model. Het werd eind 17e eeuw gebouwd op de plaats van "een behuysde stede en brouwerije" (verdwenen in 1680-85). Het kasteel was tot in de jaren 1980 eigendom van de familie Kervyn de Meerendré. Nadien stond het fraaie gebouw enkele jaren te vervallen tot de huidige eigenaar het in het begin van 1990 op een voortreffelijke manier liet restaureren.

Kasteel Nobelstede
Dit neotraditioneel kasteel in Aalter, gaat terug tot 1513. Het omgrachte 'casteel goedt' was samengesteld uit een 'huys van plaisance' en een grote en kleine hoeve. Dankzij enkele restauraties tussen 1949 en 1963 werd het domein in een openluchtcentrum herschapen.

Kasteel Roegiers
Het kasteel binnen de oude abdijsite wordt bewoond door de voormalige brouwersfamilie Roegiers. Het werd gebouwd in 1783 en had oorspronkelijk een bepleisterde lijstgevel. Het gebouw is zeven traveeën breed en twee bouwlagen hoog. Het centraal gedeelte wordt bekroond met een driehoekig fronton, voorzien van een oculus. Sinds 1840 was hier de plaatselijke bierbrouwerij gevestigd.

Kasteelsite van Assenede
In het midden van de Kasteelstraat ligt de voormalige kasteelsite. Momenteel staat er een bouwvallig herenhuis met een voorgevel in opvallende gele steen. Hier stond sedert de late Middeleeuwen het omwalde 'casteel van Assenede', bewoond door de Heren van Assenede. Begin 16e eeuw werd door Andries Andries een nieuw kasteel gebouwd, dat tijdens de troebelen van de 80-jarige oorlog verwoest werd. In 1686-1687 werden de restanten van het kasteel afgebroken en verkocht. De omwalling bleef nog tot het derde kwart van de 19e eeuw bewaard (zie Popp-kaarten) en nadien opgevuld. Tot enkele tientallen jaren geleden was dit nog duidelijk op het terrein te merken. Momenteel is er niets meer van de vroegere glorie te zien. Bij de afbraak van de bouwvallige villa werd een archeologisch onderzoek gevoerd. Momenteel wordt op deze site het nieuwe gemeentelijk administratief centrum gerealiseerd.

Kasteel Ter Leyen
Dit kasteel is gelegen achter de kerk van Boekhoute. Reeds in 1410 was er sprake van het Goed ter Leyen. Het behoorde toen toe aan een zekere Jan Sloeven uit Gent. Aanvankelijk zal het een herenhoeve geweest zijn.
Vanaf 1580 wordt pas over het 'kasteelhof' gesproken. In 1774 werd het opbaar verkocht voor ruim 530 pond. In 1933 werd het kasteel gerestaureerd door de bekende Gentse archtect Valentin Vaerwijck, en kreeg het zijn huidig uitzicht. Het is voorzien van 2 hoektorens en flankeertorentjes. Sinds 11 januari 1977 zijn het kasteel en zijn omgeving geklasseerd.

Kasteel ter Wallen
Dit eenvoudig omwald kasteeltje, gelegen in Merendree aan de oever van de Kale rechtover het kasteel Kervyn de Meerendré, werd waarschijnlijk omstreeks 1800 wederopgebouwd. In 1962 werd het door de huidige eigenaar grondig gerestaureerd.

Kasteeltje De Lille in de Noordstraat
De Noordstraat in Maldegem was steeds een drukke uitvalsweg naar Nederland. Tegenover de kerk zien we het stemmige 'Kasteeltje' van de familie De Lille. Het gaat gedeeltelijk schuil achter een oude Ginkgo biloba. Het kasteelje zou in 1525 gebouwd zijn door Jacob van Halewyn, heer van Maldegem. Eind 19e eeuw woonde er burgemeester Jan De Smet. Na zijn overlijden in 1904 was drukker-uitgever Victor De Lille er als de kippen bij om het Kasteeltje aan te kopen. Hij verbouwde de sobere 'Brugse' gevel op een meer fantasierijke manier. De Lille, Vlaams voorman, politicus en uitgever, werd zeer bekend met zijn weekblad ''t Getrouwe Maldeghem' (1888-1944) en zijn 'Duimpjesreeks' (1857-1926), een populaire uitgave waarin heel wat Vlaamse schrijvers, o.a. Stijn Streuvels (Lenteleven; 1889), hun debuut maakten. Een bronzen plaket tegen de voorgevel herinnert aan het echtpaar De Lille-De Zutter.

Kasteel van Melderen
Dit gebouw werd in 1900 opgetrokken op de plaats van een ouder kasteeltje. Het heeft twee bouwlagen onder een leien schilddak en is bekleed met geglazuurde baksteen. In 1982 werd aan de voor- en achtergevel een driehoekig fronton aangebracht.

Kasteel van Poeke
In de 11e en 12e eeuw was het kasteel van Poeke een versterkte ridderburcht met walgrachten. Gedurende de Middeleeuwen was de burcht regelmatig het toneel van schermutselingen met de Gentse opstandelingen. In het midden van de 15e eeuw werd het bouwwerk verwoest. Jarenlang bleef het in puin achter, tot op het einde van de 16e eeuw het domein en het kasteel in handen kwam van het geslacht Preud'homme d'Hailly.

De nieuwe eigenaars creëerden een stijlvol rococokasteel, talrijke landbouwbedrijven, een eigen brouwerij en zelfs een atelier met kwekerij voor zijderupsen. In 1872 pasten de nieuwe eigenaars het domein aan volgens de mode van de tijd. Aan het complex werd ondermeer een koetshuis toegevoegd. Na het overlijden van de laatste barones, Inès Pycke de Peteghem, raakten de gebouwen in verval. Sinds 1977 is het domein eigendom van de gemeente. Aalter. Het kasteel werd beschermd en volledig gerestaureerd.
http://www.poeke.net/

Kasteel van Reesinghe
Bekend is de beschrijving van gravin de Lalaing, een telg uit het nageslacht van de roemruchte heren van Maldegem, die in 1846 een bezoek brengt aan de ruïnes van het kasteel van haar voorvaderen. Ze betreurt het dat dit kasteel en zijn bewoners en vooral heer Filip I, de ridder die zich in 1214 in de slag van Bouvines zo dapper had gedragen, in verband worden gebracht met de 'Legende van het Heerken van Maldeghem en de 36 ketellappers'.
Eén van de wandelpaden in het park rond het kasteel brengt je immers bij de 'donkere put', eigenlijk niet meer dan de bekende ijskelder die ook nog in de 19e eeuw in kasteeltuinen werd gebouwd. De legende, waarvan de oudst bewaarde tekst te vinden is in het 'Antwerps Liedboek' uit 1544 van Jan Roulans, verhaalt hierover het volgende: "In het omringende 'bos zonder genade' gaat Mijnheerken van Maldegem op jacht en stuit op zeker ogenblik op een herderke dat in het bezit is van een hoorn. De ridder herkent de hoorn als de zijne, en vraagt verantwoording. Zodra de herder op de hoorn blaast komen uit de struiken 36 ketellappers te voorschijn die de ridder naar het leven staan. De ridder moet beloven "noch met de mond te spreken, noch met de pen ooit te beschrijven" dat zijn bossen vol zitten met rovers. De ridder belooft het, maar eens in zijn kasteel zint hij op wraak. Opeens vliegt hij vierklauwens naar Brugge, laat er een kar zand uitstorten op de markt en schrijft met zijn teen in het zand wat hem overkomen is. Een troep soldeniers kamt de bossen uit en heeft weldra de ketellappers bij de lurven. De heer van Maldegem is niet te vermurwen: de boosdoeners worden geketend en opgesloten in de donkere put, hen wacht de gruwelijke hongerdood, want steen voor steen wordt de ingang dichtgemetseld. Dagenlang hoort men hun klaaglijk gejammer tot alle geluid verstomt..."
Het is een van onze mooie Vlaamse balladen, ontstaan in de 14e eeuw en herhaalde malen herdicht. Voor de smet op het blazoen van de heren van Maldegem is er weinig overtuigend bewijs.
"Dry mylkens buiten Brugghe, daer stonter een linde breet,..." De oprit naar het kasteel is nog steeds geflankeerd door de resten van twee eeuwenoude linden. De 'donkere put' bestaat nog, maar binnen verstoor je nog enkel de rust van sluimerende vleermuizen.

Kasteel Velde
In Merendree, in een park met vijver en deels bewaarde omwalling ligt het kasteel Velde. Over dit kasteel is nog weinig historisch ondezoek verricht. Het zou opklimmen tot de 16e eeuw, brandde af en werd in 1746 weer opgebouwd. Dit fraai kasteel met roze geschilderde voorgevel werd begin 20e eeuw naar de toenmalige bewoner ook 'Kasteel Mechelynck' genoemd.

Rattenkasteel
Dit is de volksnaam van het tot ruïne vervallen priorhuis van de vroegere priorij Onze-Lieve-Vrouw ten Hove (15e-17e eeuw). Het is het laatste overblijfsel van het cisterciënzerklooster, in 1444 gesticht door de Gentse patriciër Simon Utenhove.

Bron : Streekgids Meetjesland - Natuur en landschap Meetjesland vzw


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: